Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de algemene reserve en het saldo van het begrotingsresultaat, voor zover dit saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven. Aangezien het niet zeker is dat de begrote resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden en aangezien de bestemming van het rekeningresultaat voorbehouden is aan de gemeenteraad, kan het beschikbare weerstandsvermogen wijzigen als gevolg van het daadwerkelijk gerealiseerde resultaat en van besluitvorming in de gemeenteraad.
Dit leidt tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 24.660.000 in 2024. In de oorspronkelijke meerjarenraming waren al mutaties in de algemene reserve opgenomen. Deze zijn eveneens in de bovenstaande tabel opgenomen per jaar, opdat een meer zuiver beeld van de ontwikkeling van het beschikbaar vermogen wordt weergegeven. Daarnaast zijn de mutaties die worden voorgesteld in deze programmabegroting meegenomen. Uiteindelijk leidt dit tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 30.646.000 in 2027.
Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de boekwaarden, de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste risico’s toegelicht, samengevat in een top 10-overzicht. De risico's zijn gekwantificeerd, waarbij een inschatting is gemaakt van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden en de maximaal financiële impact. Belangrijk is dat hier sprake is van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten zullen hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van afwijken.
Naam | Omschrijving | Risico-gebied | Kans-percentage | Maximaal | |
---|---|---|---|---|---|
Haastrechtse brug | De Haastrechtsebrug is een beweegbare brug (type basculebrug) en vormt de verbinding tussen Gouda en de Krimpenerwaard. De brug is gebouwd omstreeks 1954 en kan door het treffen van levensduur verlengend onderhoud nog tot minimaal 2054 goed functioneren. Omdat er diverse problemen zijn moet de brug gerenoveerd worden. | Beheer Openbare Ruimte | 40% | 12.000.000 | |
Open einde regeling Jeugd | De Wet Jeugdzorg is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is. De toegang tot jeugdhulp is belegd binnen de gemeente (afdeling OSA). Daarnaast hebben externe verwijzers wettelijke bevoegdheid. Er wordt met lokale en regionale partners samengewerkt, waarbij gemeente Gouda toegang tot maatwerkvoorzieningen levert en optreedt op als financier. De maatwerkvoorzieningen worden regionaal gecontracteerd in de regio Midden-Holland. Daar is ook het contractmanagement belegd. | Jeugdzorg | 70% | 3.500.000 | |
Integraal Huisvestingsplan (IHP) | DDe gemeente heeft de wettelijke taak scholen van adequate huisvesting te voorzien. Een deel van de schoolgebouwen is aan het eind van hun levensduur en voldoet zowel functioneel als technisch niet meer aan de eisen van deze tijd. In 2020 is door de Raad het Uitvoeringsplan Onderwijshuisvesting 2020 - 2024 IHP 1e tranche vastgesteld. Deze is momenteel in uitvoering. | Onderwijs | 40% | 2.000.000 | |
Inflatie | Door de onvoorspelbare inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, en meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie. | Financiën | 70% | 2.500.000 | |
Lagere uitkeringen vanuit het Rijk | Rijk en VNG zijn in 2022 overeengekomen om het volumedeel van het accres in het gemeentefonds voor 2022-2025 vast te zetten. Dit betekent dat de accresstanden voor de jaren 2022 tot en met 2025 voor gemeenten slechts nog zullen wijzigen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. Hiermee wordt een eerste belangrijke stap gezet richting een meer stabiele financiering voor gemeenten. Het biedt hen voor de komende jaren zekerheid over hun inkomsten en beschikbare vrije ruimte, ook wanneer de uitgaven van het Rijk achterblijven bij de ramingen. | Financiën | 50% | 2.500.000 | |
Stijgende Materiaalkosten en krapte op de markt | Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen of obv. UAV 47 afspraken na aanbesteding (ivm. onvoorspelbaar hoge prijsstijgingen). Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de situatie in Oekraine en de stijgende energieprijzen. Prijzen gaan dan omhoog voor lopende en nieuwe beheeraanbestedingen en projectaanbestedingen. Na goedkeuring van het GOVO deze meerkosten daarin zijn opgenomen en het risico daardoor afneemt. | Beheer Openbare Ruimte | 60% | 1.500.000 | |
Open einde regeling Participatiewet (Pw-budget) | De gemeente ontvangt een BUIG uitkering voor het betalen van bijstandsuitkeringen/uitkeringen Levensonderhoud en voor Loonkostensubsidies. Het betreft een open einde regeling. Het deelbudget voor de uitkeringen wordt toegekend op basis van het zgn. objectieve verdeelmodel (en op basis van de aantallen dak- en thuislozen en instellingsbewoners in voorgaand jaar). Drie momenten van vaststelling budget door het Rijk: voorlopige budget (september jaar t-1), nader voorlopig budget (mei in lopende jaar) en definitief budget (september in lopende jaar). Afhankelijk van de ontwikkeling van de bijstandsvraag en het definitieve budget bestaat een financieel risico. | Werk en inkomen | 70% | 1.500.000 | |
Toename beroep op borgstellingen en garanties | Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van een aantal organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). De afgegeven borgstellingen kennen alle een afzonderlijk risicoprofiel. De risico's, zeker die van borgstellingen met een hoog risicoprofiel, worden jaarlijks beoordeeld. Ingeval van onderkende risico's wordt overleg gevoerd met de partij waar borg voor wordt gestaan en met de betreffende bank, dit om te trachten om door middel van tijdige bijsturing het risico voor de gemeente te beperken. In 2023 kwalificeert met name de Cheese Experience als borgstelling met een hoog risicoprofiel. | Treasury | 25% | 3.000.000 | |
Rampen en crises | Dit risico is de verzameling van alle veiligheidsrisico´s: overstromingen, ordeverstoringen, treinongevallen, terrorisme. Hieronder worden per categorie de belangrijkste risicoś genoemd. | Openbare Orde en Veiligheid | 15% | 3.000.000 | |
Informatieveiligheid | Een inbreuk op de informatieveiligheid van de gemeente kan verstrekkende gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering en de continuïteit van de primaire gemeentelijke processen. Belangrijkste voorbeeld hiervan is een zogenaamde ransomware aanval (gijzelingssoftware) waarbij criminelen alle gemeentelijke data ontoegankelijk maken (versleutelen). Dit kan leiden tot langere uitval van ICT systemen. Het betalen van losgeld biedt geen garantie op herstel en bovendien wordt hiermee ook een crimineel verdienmodel is stand gehouden. | ICT | 30% | 2.000.000 |
De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt dan uit op € 6.402.000.
De Monte Carlo simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 11.294.000. Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.
Het benodigd weerstandsvermogen voor 2024 en verder bedraagt dan bij het opmaken van deze begroting € 17.696.000.
Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de ratio weerstandsvermogen van de gemeente verkregen.
In onderstaand tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven.
Aangezien de inschatting van het benodigd weerstandsvermogen een momentopname betreft, terwijl het beschikbare weerstandsvermogen meerjarig wordt berekend, rijst de vraag in hoeverre het juist is, om de ratio meerjarig weer te geven. Over een jaar zal het benodigd weerstandsvermogen immers lager zijn, omdat met name de grondexploitaties dan verder zijn gevorderd (met een navenante risicoreductie als gevolg). Overwogen kan worden om in komende begrotingen de ratio enkel voor het begrotingsjaar te presenteren, een werkwijze die in steeds meer gemeenten gevolgd wordt.
Door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen met de benodigde weerstandscapaciteit kan een kwalificatie worden gegeven over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit.
Hiervoor wordt onderstaande tabel gehanteerd.
Waardering | Ratio | Betekenis |
A | >2,0 | Uitstekend |
B | 1,4-2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0-1,4 | Voldoende |
D | 0,8-1,0 | Matig |
E | 0,6-0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
De weerstandsratio is een kengetal dat aangeeft in welke mate de gemeente in staat is om risico’s op te vangen. Dit kengetal wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit
Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen.
De weerstandsratio voor Gouda is 1,4. Dit betekent dat de gemeente Gouda ruim voldoende in staat is om risico's op te vangen.