Onroerendezaakbelastingen worden betaald door eigenaren en/of gebruikers van onroerende zaken zoals woningen, bedrijfspanden en grond. De opbrengsten van de ozb gaan naar de algemene middelen.
De opbrengst van de ozb wordt opgehoogd met 11,2%. Dit is de indexatie 'prijsoverheidsconsumptie’ zoals aangegeven in de meicirculaire 2023 van 3,9% en de inflatie inhaalslag van 7,3%. Wat de verhoging van de ozb-opbrengst betekent voor de hoogte van de belastingtarieven is onder andere afhankelijk van de waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen.
De heffingsmaatstaf van de onroerendezaakbelastingen is de WOZ-waarde van de woning/niet-woning. Er wordt belasting geheven naar een percentage van deze vastgestelde WOZ-waarde. De WOZ-waarde wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Zodra de nieuwe WOZ-waarden voor 2024 (waardepeildatum 1 januari 2023) bekend zijn, wordt bij het tarievenvoorstel Belastingverordening (na vaststelling van de begroting) het definitieve belastingtarief hierop aangepast.
Voor de objecten die de gemiddelde waardeontwikkeling volgen, stijgt de aanslag ozb 2024 met ongeveer 11,2%.
Afvalstoffenheffing is een heffing voor huishoudens waar de gemeente de plicht heeft om huisvuil op te halen. Met de opbrengst wordt de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval bekostigd. Het tarief voor afvalstoffenheffing bestaat per huishouden uit een vast tarief (voor 2024 bepaald op € 346,16) en een variabel tarief. Het variabele deel van de afvalstoffenheffing 2024 is afhankelijk van het aantal maal door huishoudens aangeboden restafval in 2023. Het tarief is € 1,50 per 60 liter restafval. Het aanvragen van kwijtschelding is mogelijk. Tevens is er, net als in voorgaande jaren, een mogelijkheid tot vrijstelling indien als gevolg van een medische aandoening sprake is van extra veel afval. Bij de vaststelling van de Verordening Reinigingsheffingen 2024 (raadsbehandeling in december 2023) worden de definitieve tarieven 2024 vastgesteld.
Reinigingsrecht is een heffing voor bedrijven die hun afval bij het huishoudelijk afval mogen aanbieden. Bedrijven mogen afval aanbieden dat qua samenstelling en hoeveelheid vergelijkbaar is met huishoudelijk afval. Het tarief betreft een tarief per aanbieding. Kwijtschelding is niet mogelijk.
De reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) worden bepaald op basis van actuele berekeningen van kosten en opbrengsten met als uitgangspunt kostendekkende tarieven. De kosten voor afvalinzameling zijn hoog en zullen ook de komende jaren stijgen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door prijsstijgingen bij Cyclus (een onderneming die het afval inzamelt voor Gouda), een verlaging van de vergoeding voor ingezameld afval, omgekeerd inzamelen (restafval wordt niet aan huis ingezameld, maar wordt door de bewoner zelf weggebracht naar een ondergrondse vuilcontainer) en overdragen van ondergrondse containers van eigen beheer naar Cyclus. In 2023 kon een stijging van het tarief voor afvalstoffenheffing worden beperkt tot € 46,05 als gevolg van het aangenomen amendement "verlaging woonlasten" in de Begrotingsraad van 9 november 2022. In verband met de gestegen kosten is voor 2024 een tariefsverhoging noodzakelijk. Het tarief voor 2024 is € 392,16 (vast tarief € 346,16 + 30 x € 1,50 variabel tarief).
Rioolheffing is een heffing voor huishoudens en bedrijven die water direct of indirect op de gemeentelijke riolering afvoeren. Rioolheffing is een bestemmingsheffing. De opbrengsten worden dan ook alleen gebruikt om de kosten te dekken die samenhangen met de wettelijke zorgplicht die de gemeente heeft voor de afvoer van afvalwater, de afvoer van regenwater en het beheer van het grondwaterpeil.
De heffing bestaat uit 2 soorten; een eigenaren- en een gebruikersdeel. Eigenaren betalen een vast bedrag per perceel. Gebruikers betalen een bedrag op basis van het aantal kubieke meters water dat vanuit een perceel wordt afgevoerd. Het gebruikersdeel wordt vermeerderd indien meer dan 400m3 water vanuit een perceel wordt afgevoerd. In 2023 is het tarief voor het gebruikersdeel verlaagd naar € 218,25 als gevolg van het aangenomen amendement "verlaging woonlasten" in de Begrotingsraad van 9 november 2022.
De tarieven voor de rioolheffing zijn gebaseerd op het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2019-2023 zoals in maart 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. In mei 2023 is in de commissie fysieke leefomgeving gesproken over de evaluatie van het GRP 2019-2023. Inmiddels wordt gewerkt aan een nieuw Water- en Rioleringsplan (WRP). Dit wordt naar verwachting eind 2023 aan de raad aangeboden.
Op basis van het GRP 2019-2023 en rekening houdend met de gestegen kosten worden de tarieven voor 2024 verhoogd met 16,5%.
Marktgelden worden geheven voor alle week- en dagmarkten in de gemeente. Er zijn tarieven voor een vaste standplaats en een dagplaats. Deze tarieven zijn gedifferentieerd naar een tarief voor de zaterdagmarkt en een tarief voor de dinsdag-, woensdag- of donderdagmarkt. Belastingplichtigen betalen een bedrag op basis van de plaats (m2) die wordt ingenomen. De opbrengsten van deze belasting worden onder andere ingezet voor het onderhoud van de markt. Daarbij valt te denken aan het reinigen van het marktterrein, dagelijks toezicht op de markt door de marktmeester en energie- en watervoorzieningen.
De tarieven van de marktgelden worden opgehoogd met 11,2%.
Toeristenbelasting is een belasting voor uitbaters van overnachtingsmogelijkheden zoals hotels en bed & breakfast. Er wordt een bedrag per persoon, per overnachting betaald. De opbrengsten van deze belasting worden ingezet voor stadsmarketing en toerisme. Ondernemers ontvangen aan het begin van het jaar een voorlopige aanslag. Deze mag in maandelijkse termijnen worden betaald. De definitieve aanslag volgt na afloop van het belastingjaar.
De tarieven worden opgehoogd met 11,2%.
Precariobelasting is een belasting voor personen of bedrijven die voorwerpen hebben onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voorwerpen waarvoor de gemeente Gouda precariobelasting heft zijn onder andere bouwmaterialen, terrassen, en winkeluitstallingen. De opbrengsten van deze belasting gaan naar de algemene middelen.
De tarieven worden verhoogd met 11,2%.
De hondenbelasting is een belasting voor houders van honden. Het te betalen bedrag is afhankelijk van het aantal honden. De opbrengsten gaan in de algemene middelen. Een deel van de opbrengst wordt gebruikt als vergoeding voor het beschikbaar stellen van collectieve voorzieningen voor honden (zoals onderhoud van uitrenplekken en het beschikbaar stellen van hondenpoepzakjes). Voor belastingjaar 2024 wordt het tarief verhoogd met 11,2%.
Havengelden worden betaald voor vaartuigen die in gemeentewater aanleggen of verblijven. Het te betalen bedrag is afhankelijk van de duur van het verblijf en de lengte (in strekkende meters) van het vaartuig. De opbrengsten van havengelden worden onder andere gebruikt voor het onderhoud van aanlegsteigers en voorzieningen ten behoeve van de recreatievaart.
De tarieven van de havengelden worden verhoogd met het inflatiepercentage van 11,2%.
Staangeld wordt opgelegd aan de hoofdbewoner van een woonwagen voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen. Het te betalen bedrag is afhankelijk van de oppervlakte van de staanplaats.
De staangelden worden verhoogd met het percentage van de maximale jaarlijkse huurverhoging voor woonwagenstandplaatsen van 3,1% (bron:https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/woning-huren/vraag-en-antwoord/maximale-huurverhoging-2023).
Leges zijn vergoedingen voor een product die bij de gemeente wordt aangevraagd of voor een dienst die door de gemeente op verzoek wordt uitgevoerd.
In algemene zin worden de legestarieven verhoogd met het inflatiepercentage van 11,2%. Waarschijnlijk worden enkele nieuwe belastbare feiten opgenomen c.q. bestaande belastbare feiten worden gewijzigd in relatie tot onder meer gewijzigde regelgeving. Enkele tarieven worden aangepast om een betere aansluiting te krijgen tussen tijdsbesteding van de behandeling van de aanvraag en de hoogte van het tarief. Verder zijn gemeentes gebonden aan de door de rijksoverheid vastgestelde maximumtarieven.
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen treden op 1 januari 2024 in werking. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden gemeenten bevoegd gezag over de bodem. Verschillende taken worden van de provincie overgedragen naar gemeente. Dat heeft juridische en financiële gevolgen. Het heeft dus ook gevolgen voor de legesverordening; bepaalde leges mogen niet meer worden geheven, en er mogen nieuwe tarieven worden geheven. De raad kan er bijvoorbeeld voor kiezen om milieuleges te gaan heffen. Tijdens de raad van 15 juni 2022 is besloten om deze milieuleges te gaan heffen. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot 1 januari 2024. De milieuleges worden daarom verwerkt in de legesverordening van 2024. De belastingverordening 2024 wordt in de raadsvergadering van december 2023 aangeboden.
Bij het opmaken van de nieuwe legesverordening 2024 wordt rekening gehouden met de vernieuwde modelverordening leges die de VNG speciaal heeft opgesteld in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
De legesinkomsten voor bouwvergunningen lopen als gevolg van de inwerkingtreding van de Wkb per 1 januari 2024 terug. Ondanks dat de milieuleges met ingang van 2024 onderdeel zijn van de legesverordening is de verwachting dat dit niet leidt tot meer opbrengsten. Daarom zijn de opbrengsten leges ten opzichte van de gewijzigde begroting 2023 naar beneden bijgesteld.
Parkeerbelasting wordt betaald voor het parkeren van een voertuig op plaatsen die door het college zijn aangewezen als betaald parkeerplaatsen. Tevens wordt parkeerbelasting geheven voor het verlenen van een parkeervergunning. De opbrengsten gaan in de algemene middelen.
Het kostenelement dat gemeenten in rekening mogen brengen bij de naheffingsaanslag parkeerbelasting is voor 2024 met € 3,80 verhoogd tot € 76,60. Voor dit bedrag geldt dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten die hiervoor worden gemaakt. Sinds 1 april 2022 maakt Gouda gebruik van de scanauto van Parkeerservice. Het handhaven op foutparkeren wordt hiermee eenvoudiger. Het aantal naheffingsaanslagen is door de komst van de scanauto toegenomen en hiermee ook de opbrengst naheffingsaanslagen. Dit leidt er toe dat het bedrag naheffingsaanslag met ingang van 2024 wordt aangepast naar € 56,50.