Beleidsvoornemens

Beleidsvoornemens operationele financiering op korte termijn (2024)

Hieronder het verloop van de bancaire financiering:

Omschrijving

Bedrag

Langlopende financiering

€ 252 miljoen

Kortlopende financiering

€ 18 miljoen

Totaal

€ 270 miljoen

Omschrijving

Bedrag

Langlopende financiering

Omvang op 1 januari 2024

€ 234 miljoen

Contractuele aflossingen 2024

€ -17 miljoen

Opname langlopende financiering met al in 2021 vastgelegd rentepercentage

€ 10 miljoen

In de tweede helft van 2024 aan te trekken langlopende financiering

€ 25 miljoen

Totaal op 31 december 2024

€ 252 miljoen

Kortlopende financiering

Omvang op 1 januari 2024

€ 15 miljoen

In 2024 aan te trekken kortlopende financiering

€ 3 miljoen

Totaal op 31 december 2024

€ 18 miljoen

Beleidsvoornemens op middellange termijn (2025-2027)

De benodigde omvang van de bancaire financiering wordt naarmate verder in de toekomst wordt gekeken steeds minder betrouwbaar in te schatten. Nu verwachte ontwikkelingen in het investeringsprogramma worden later bijgesteld waardoor het beeld permanent wijzigt.

Op basis van de huidige planningen verwachten we in de jaren 2025, 2026 en 2027 respectievelijk € 25 miljoen, € 25 miljoen en € 7 miljoen aan nieuwe langlopende financiering te zullen moeten aantrekken. Eventueel extra benodigde financiering doen we door middel van kortlopende financiering.

Het renterisico over de in de jaren 2025 en 2026 aan te trekken langlopende financieringsmiddelen is voor een groot gedeelte al in 2022 beheerst door voor het jaar:

  • 2025 een tweetal leningen aan te trekken optellend tot € 15 miljoen, die op 1 juli 2025 worden gestort met een vastgelegd rentepercentage van 1,45 % (marktrente nu: 3,50 %)

  • 2026 een langlopende geldlening aan te trekken van € 11 miljoen, die op 1 juli 2026 wordt gestort met een vastgesteld rentepercentage van 2,527 % (marktrente nu: 3,50%)

Het beheersen van het renterisico van de in 2025 en 2026 resterende verwachte aan te trekken volumes en het verwachte volume voor 2027 wordt in 2024 nader overwogen.

Beleidsvoornemens op langere termijn (>2027)

Op basis van het gemeentelijke investeringsprogramma moeten in de jaren 2028 en verdere jaren structureel langlopende financieringsmiddelen worden aangetrokken. Gegeven de hierboven aangegeven onzekerheden aangevuld met de gevolgen van de verdere ontwikkeling van Westergouwe en de onduidelijkheden rond het kabinetsbeleid op welke wijze gemeenten na 2026 vanuit het gemeentefonds worden gefinancierd, is de omvang van de aan te trekken nieuwe langlopende financieringsmiddelen met slechts een beperkte mate van zekerheid in te schatten. Uitgangspunt nu is dat ingaande 2028 jaarlijks gemiddeld € 15 miljoen aan nieuwe langlopende financiering aangetrokken moet worden. Beheersing van het renterisico van de vanaf 2028 aan te trekken financieringsmiddelen wordt nu nog niet zinvol geacht (zie ook 4.).

Meerjarige ontwikkeling bancaire schuld

De hierboven onder 4.4.3.1 tot en met 4.4.3.3 vermelde beleidsvoornemens en uitgangspunten leiden tot onderstaande verwachte ontwikkeling van de gemeentelijke bancaire schuldpositie. Tevens is het in het coalitieakkoord 2022 vastgelegde schuldenplafond in de grafiek opgenomen.

Meerjarige ontwikkeling schuldquote

In het coalitieakkoord 2023-2026 heeft het college aangegeven de schuldquote te blijven gebruiken als monitoringsinstrument.

In onderstaande grafiek wordt mede op basis van de hierboven onder 4.4.3.1 tot en met 4.4.3.3 vermelde beleidsvoornemens inzicht gegeven in de tot en met ultimo 2027 verwachte ontwikkeling van de schuldquote en de toetsingskaders (GTK) die de provincie Zuid-Holland hanteert. De gemeente blijft goed in de buurt van de als veilig gekwalificeerde norm van 90%. Vanwege het investeringsniveau 2025 en 2026 is te zien dat in die jaren de schuldquote iets oploopt.