Voorgeschreven rapportages

Rente en renteverdeling

Voor de begroting 2024 wordt rekening gehouden met € 6,8 miljoen aan te betalen rentekosten (begroting 2023: € 6,4 miljoen).

Via de methodiek van de renteomslag wordt totaal € 7.7 miljoen aan rentelasten omgeslagen over de activa (programma’s en voorzieningen) en daarmee doorbelast aan de taakvelden. Aan de grondexploitaties wordt € 0,5 miljoen vergoed.

Het verwachte renteresultaat voor 2024 komt op € 1.4 miljoen (begroting 2023: € 0,7 miljoen). Dit renteresultaat maakt deel uit van het resultaat van het taakveld treasury.

De afwijking van het renteresultaat ten opzichte van 2023 wordt met name veroorzaakt door een lagere doorbelasting aan de grondexploitaties vanwege de afname van de boekwaarden.

Schema rentetoerekening 2024

(bedragen x € 1.000)

De externe rentelasten voor de korte en lange financiering

6.789

De externe rentebaten

-32

Totaal door te berekenen externe rente

6.757

De rente die aan de grondexploitaties wordt worden doorberekend

-507

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

0

Totaal rente grondexploitaties en projectfinanciering

-507

Saldo door te berekenen externe rente

6.250

Rente over eigen vermogen

0

Rente over voorzieningen die gewaardeerd zijn op contante waarde

0

Totaal rente over eigen vermogen en voorzieningen

0

De geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente

6.250

De werkelijk aan taakvelden (programma's inclusief overhead) toegerekende rente (renteomslag)

7.658

Renteresultaat op het taakveld treasury (- betekent voordelig)

-1.408

Doordat er een verschil is tussen het gehanteerde omslagpercentage en het werkelijke percentage (toegestaan binnen een bandbreedte van -0,5% en 0,5%) ontstaat een renteresultaat.

Het gepresenteerde renteresultaat van € 1,4 miljoen voordelig betekent dat de gehanteerde omslagrente hoger is dan het werkelijke percentage. Er wordt dus meer rente doorberekend dan dat er daadwerkelijk aan rente wordt betaald aan de geldverstrekkers. Het verschil bevindt zich binnen de gestelde bandbreedte.

In de programmabegroting 2024-2027 zijn voor de verschillende renten de volgende uitgangspunten gehanteerd:

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

Omslagrente

1,90%

1,90%

1,90%

1,90%

Rente over boekwaarden grondexploitaties

1,95%

1,95%

1,95%

1,95%

Rekenrente in de grondexploitaties

1,95%

1,95%

1,95%

1,95%

Rekenrente aan te trekken kort geld

4,00%

4,00%

4,00%

4,00%

Rekenrente aan te trekken lang geld

4,00%

4,00%

4,00%

4,00%

De hoogte van de omslagrente, de rente over de boekwaarden van de grondexploitaties en de hoogte van de rekenrente in de grondexploitaties zijn vastgesteld op basis van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording (BBV) hiervoor stelt.

Ten aanzien van de meerjarige ontwikkeling van de omslagrente bestaat het risico dat deze, als gevolg van de ontwikkeling van de renteniveaus waartegen de gemeente kan lenen, op enig moment naar boven moet worden bijgesteld. Bij de tweede bestuursrapportage van 2024 vindt een nieuwe analyse van de verwachte toekomstige ontwikkeling plaats. Eventuele budgettaire consequenties, mogelijk ook voor het begrotingsjaar 2024 worden verwerkt. De verwachting is overigens dat de 1,9% omslagrente enige jaren kan standhouden.

De rekenrentes voor aan te trekken kort en lang geld zijn afgeleid van de marktverwachtingen zoals deze golden op 7 augustus 2023.

De verwachting is dat zowel de korte als de lange rente in 2024 maar ook voor de wat langere termijn op de huidige niveaus blijven en wellicht iets dalen.

Kasgeldlimiet

Om grote fluctuaties in de rentelasten van de gemeente te vermijden is de omvang van de korte financiering door de wet FIDO begrensd op maximaal 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar, met een minimum van € 0,3 miljoen. Het is hierbij niet toegestaan meer dan twee kwartalen achtereen de kasgeldlimiet te overschrijden.

Kasgeldlimiet

Omschrijving (bedragen * € 1 miljoen)

Rekening 2022 ultimo

Begroting 2023 gemiddeld

Begroting 2024 1e kwartaal

Begroting 2024 2e kwartaal

Begroting 2024 3e kwartaal

Begroting 2024 4e kwartaal

Begrotingstotaal (primitief)

300

298

324

324

324

324

In procenten van de grondslag

8,5

8,5

8,5

8,5

8,5

8,5

Kasgeldlimiet

26

25

32

32

32

32

Gemiddelde kortlopende schuld (-/- = schuld, + = tegoed)

23

-17

-14

-21

-19

-21

Vrije ruimte

49

8

18

11

13

11

Bovenstaande tabel toont aan dat de gemeente Gouda de renterisico's op korte schuld beheerst binnen de daarvoor gestelde wettelijke kaders. Bij een eventuele transactie waarbij korte schuld wordt omgezet in lange schuld, beïnvloedt dit de ruimte onder de limiet positief.

Renterisiconorm

Om grote fluctuaties in de rentelasten bij lange financiering te vermijden is door de wet FIDO bepaald dat een gemeente elk jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag aflossen. Doel van de norm is dat gemeenten de renterisico’s over de jaren spreiden.

Onderstaand de renterisico’s met betrekking tot de vaste schuld.

Omschrijving (bedragen * € 1 miljoen)

2024

2025

2026

2027

Grondslag: omvang begroting per 1 januari

Begrotingstotaal

347

363

347

351

Norm (%)

20%

20%

20%

20%

Renterisiconorm

69

73

69

70

Aflossingsverplichtingen op vaste schuld

16

18

18

18

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

53

55

51

52

Bovenstaande tabel geeft aan dat het renterisico op de vaste schuld van de gemeente Gouda in de periode 2024 tot en met 2027 ruim binnen de wettelijk gestelde normen blijft.

Kredietrisico

De gemeenteraad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat alleen leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. Andere uitzettingen zijn op grond van de Wet Fido niet toegestaan. Eventuele overtollige financiering mag uitsluitend nog worden belegd bij banken die voldoen aan de juiste kredietwaardigheid, de rijksoverheid of medeoverheden.

Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties.

Kredietrisico op verstrekte gelden en borgstellingen

De gemeenteraad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat alleen leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. Andere uitzettingen zijn op grond van de Wet Fido niet toegestaan. Eventuele overtollige financiering mag uitsluitend nog worden belegd bij banken die voldoen aan de juiste kredietwaardigheid, de rijksoverheid of medeoverheden.

Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen, beleggingen) of uit verleende garanties.

Overzicht kredietrisico op verstrekte gelden en borgstellingen

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

Rekening 2022

Begroting 2023

Ultimo 2023

Ultimo 2024

Ultimo 2025

Ultimo 2026

Ultimo 2027

Publieke taak

Leningen aan verenigingen, stichtingen en natuurlijke personen

61

43

61

61

61

61

61

Leningen aan woningbouwcorporaties

0

0

0

0

0

0

0

Prudent beheer

Financiele instellingen (rating A en hoger)

2.384

2.353

2.353

2.353

2.353

2.353

2.353

Overige (semi-)overheidsinstellingen

0

0

0

0

0

0

0

Overige toegestane instellingen

568

0

0

0

0

0

0

Overige niet toegestane instellingen

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

3.013

2.396

2.414

2.414

2.414

2.414

2.414

De uitzettingen bij financiële instellingen met een rating van A of hoger betreffen met name uitzettingen bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

Naast het verstrekken van kredieten, verleent de gemeente Gouda uit hoofde van de publieke taak in uitzonderlijke gevallen een borgstelling richting derden (voor een toelichting, zie het onderdeel: Niet uit de balans blijkende verplichtingen uit de jaarstukken).

Het kredietrisico op borgstellingen wordt periodiek gewaardeerd en meegenomen in de berekening van het weerstandsvermogen (zie paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing).

Liquiditeitenrisico

Liquiditeitsrisico is het risico dat er onvoldoende middelen zijn om aan directe betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Dit doet zich voor indien de met BNG Bank overeengekomen kredietlimiet van € 10 miljoen op onze rekening-courant wordt overschreden. Dit risico wordt beheerst door een actief liquiditeitenbeheer dat wordt ondersteund door een permanent onderhouden liquiditeitsplanning met een horizon van ongeveer 2 jaar.

Op basis van onderbouwde voorspellingen van de in- en uitgaande geldstromen kan tijdig actie worden ondernomen om tekorten aan te vullen en overschotten uit te zetten. De liquiditeitsplanning wordt ook ingezet als hulpmiddel om de renterisico's te bepalen en het dagelijks saldo te beheren.